De krant lezen behoort tot Jans ochtendritueel.
De krant lezen behoort tot Jans ochtendritueel.
TERUGBLIKKEN MET

‘Probeer zoveel mogelijk te geven, dan ontvang je ook’

Human Interest 1.651 keer gelezen

UDEN | Ik bel aan bij zijn huis aan de Paus Joanneslaan en mijn gastheer onthaalt me joviaal: “Dat is dertig jaar geleden!” Inderdaad ken ik mijn gastheer uit de periode dat we allebei actief waren bij het carnaval. Hij nodigt me aan tafel en schenkt koffie in. Het Udens Weekblad is te gast bij Jan Cartigny voor een terugblik op zijn leven.

tekst en foto’s: Ankh van Burk

Jan is geboren op 2 januari 1932 als zesde in een gezin van zeven kinderen, drie jongens en vier meisjes. Zijn vader was accountant en wethouder in Roermond en zijn moeder was voor haar trouwen onderwijzeres. De sfeer in het gezin was heel goed. Van zijn vader leerde hij, dat als je iemand ontmoette, je nooit naar kleding of uiterlijk moest kijken, maar naar de ogen. Van de kleuterschool herinnert Jan zich niets. Wel staat hem nog een foto bij waar hij opstaat in een matrozenpakje met een muziektrommeltje. Van de lagere school weet hij dat hij taal wat minder leuk vond, maar dat hij beter in rekenen was. Toen hij acht jaar was, brak de oorlog uit. “Er was op school een jongetje, dat een speldje droeg van de Hitlerjugend. Een ander jongetje pakte dat af en gooide het in de put. De jongen met het speldje dreigde dat de Duitsers morgen zouden komen om hen te straffen. We waren zo bang, dat we de onderwijzer om raad vroegen. We zijn op zijn advies de volgende dag thuisgebleven, maar er gebeurde niks.”

Oorlogsherinneringen
Jan weet nog, toen de Duitsers binnenvielen zij naar hen zwaaiden. Het gezin heeft menigmaal ondergedoken gezeten in de kelder. Toen mannen van boven de 18 jaar in Duitsland moesten gaan werken, doken zij onder. “Bij een razzia werd er een geweer op mij gericht en moest ik zeggen waar mijn vader was. Die zat in het kolenhok verstopt, maar een Duitser die daar ging kijken zag niemand. Dat liep dus goed af. Toch zijn mijn vader en een broer tewerkgesteld in Duitsland, maar mijn vader werd ernstig ziek en kwam naar huis. Na zijn terugkomst moesten wij naar Friesland, want waar wij woonden was gevaarlijk oorlogsgebied. In oktober 1944 viel een bom in de tuin, bij de buren waren er zes doden, mijn zus raakte gewond en ik had een hersenschudding. Mijn broertje en ik kwamen bij een bakker in Buitenpost terecht. In mei 1945 zijn we teruggekomen, maar van ons huis was niets meer over, alleen een kamer waar muziekinstrumenten en kantoormeubels stonden opgeslagen. De overbuurman was overleden en we zijn in zijn huis getrokken. Een broer en een zus kwamen een jaar later, dus in 1946 waren we als gezin weer compleet.”

Sanatorium
Na de lagere school gaat Jan naar de HBS. “Na drie jaar kreeg ik TBC en moest ik naar een sanatorium In Horn. Daar heb ik tweeëneenhalf jaar gewoond en ik gaf daar boekhoudles aan medepatiënten via de radio, dat ik weer leerde van mijn vader.” Na zijn terugkeer uit het sanatorium zat Jan nog een paar jaar in de Ziektewet en heeft zijn HBS niet afgemaakt. In 1955 werd er in Vlissingen een kamp georganiseerd voor kinderen van oorlogsinvaliden uit de grote steden. “Mijn zus was akela en mijn broer hopman en zij vroegen mij mee te gaan om te helpen. Daar ontmoette ik mijn latere vrouw Will. Zij studeerde aan de Sociale Academie in Eindhoven en liep stage op het kamp. In 1957 trouwden we in Oss, waar Will vandaan kwam. Ik was in opleiding voor vertegenwoordiger in garagegereedschappen en mijn rayon was Noord-Nederland. We kochten een woonark in de Dokkumer Ee bij Irnsum en na zes maanden verhuisden we met de ark naar Zuidlaren, waar we vier jaar gewoond hebben.” Jan en Wil krijgen vijf dochters en hebben nu elf kleinkinderen.


Uden
“Na vier jaar Zuidlaren kon ik een rayon overnemen in het Zuiden en we verhuisden naar Limburg voor een paar jaar. Ik werd verkoopleider en moest vaak in Rotterdam op kantoor zijn. We verhuisden naar Terheiden waar goedkope woningen waren. Een collega van mij begon een zaak in schildersgereedschappen in Uden ( nu Wiltec) en ik besloot op fifty-fiftybasis bij hem in de zaak te gaan. En zo kwamen we vijftig jaar geleden in Uden te wonen.”

Maatschappelijk actief
In Uden raakte Jan al gauw betrokken bij het maatschappelijk gebeuren. “Pastoor Rijmer van de H.Geestparochie vroeg mij bestuurslid te worden van de SKOU (Stichting Katholiek Onderwijs Uden). Later werd ik bestuurslid van Omroep Brabant regio Noordoost. Als rasechte Limburger deed ik mee met de optocht als vogelverschrikker. Dat was De Knoerissen opgevallen en ik werd voorzitter van het comité 11-jarig bestaan. Nadien werd ik Opperknoeris en na zes jaar voorzitter. Totaal ben ik negen jaar geüniformeerd lid geweest van de Knoerissen. Ik heb er een fijne tijd gehad, maar ook met minder goede herinneringen. Na mijn afscheid heb ik nog zes jaar de slappekletsmiddagen bij Henk van Zutven gepresenteerd.” In 2006 werd Jan uitgeroepen tot Verdienstelijk Udenaar. Jan is ook zes jaar voorzitter geweest van de KBO en erelid van de KBO Bisdom Den Bosch. Ook was hij voorzitter van het Comité Grand Gala Den Bosch van het Brabants Orkest. En hij was lid van de USO, de Udense Samenwerkende Ouderenbonden.

Eigen bedrijf
Jan ging op 58-jarige leeftijd met pensioen, dat wil zeggen dat hij zijn aandelen verkocht aan zijn compagnon. “Ik begon mijn eigen bedrijf, een adviesbureau voor bestaande klanten, die hulp nodig hadden bij het aan de man brengen van schildersmaterialen bij schildersbedrijven. Dat heb ik tot mijn 65e gedaan.”


Huidig leven
Ondanks zijn hoge leeftijd woont Jan zelfstandig en is nog actief. Helaas is zijn vrouw Will al jaren dement en wordt zij verzorgd in het Orgelhuis in de voormalige Marechausseekazerne. “Tot 12.00 uur ben ik bezig met opstaan, krant lezen en puzzels maken. Iedere week ga ik jeu-de-boulen bij Plop, een geweldig gezellige club. Verder zing ik bij het koor ‘Onder de Groene Linden’, waar we eenmaal in de week repetitie hebben en optredens in bejaardenhuizen en onlangs nog in Eigen Herd ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan. Verder ga ik dagelijks bij Will op bezoek en eet ik tweemaal per week bij de kinderen en bij vrienden. De andere dagen kook ik voor mezelf en ik doe de was. Voor het huishouden heb ik hulp. Ik rij nog zelf auto. Ik vind mezelf nog redelijk gezond, ook al heb ik zes maal een hartstilstand gehad, waardoor ik nu gemonitord word.”

Terugblik
Jan kijkt met voldoening terug op zijn leven. “Ik geef mijn leven een tien. Dat heeft ook wel met je inborst te maken, ik ben altijd positief ingesteld. Wij hebben mooie reizen kunnen maken en heel wat van de wereld gezien. Zo hebben we cruises gemaakt in de Caribbean, zijn we in Zuid-Afrika, Gambia en Singapore geweest. We hebben ook, als liefhebbers van klassiek muziek muziekcruises gemaakt op rivieren als de Rijn, Elbe en de Maas. Verder zijn we op campings in heel Europa geweest en hadden we een huisje in de Ardennen, waar we met de kinderen naartoe gingen. Het leven is in onze familie altijd een feest geweest. Tot slot: Probeer zo veel mogelijk te geven, dan ontvang je ook, maar wees niet teleurgesteld als je niets ontvangt.”        

Afbeelding
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant