Afbeelding
Foto: Henk Lunenburg
IN GESPREK MET PAUL RÜPP

‘Als kind wilde ik graag boer, vliegenier of arts worden’

Algemeen 1.540 keer gelezen

UDEN | Na eerst de taak van waarnemend burgemeester op zich te hebben genomen, is Paul Rüpp nu dan echt burgemeester van de gemeente Maashorst. Hij vertelt over zijn verleden, zijn drijfveren en de toekomst.

door Henk Lunenburg

Paul Rüpp is op 10 december 1957 geboren in Breda in een gezin van drie kinderen. Zijn vader stapte over van de Marine naar de Luchtmacht als straaljagerpiloot. In 1960 verhuisde het gezin naar Uden, in 1965 naar Geldrop en 4 jaar later weer terug naar Uden. Paul zat op drie verschillende basisscholen. Na de basisschool ging hij naar het gymnasium bij de Kruisheren en daarna naar de landbouwhogeschool in Wageningen (de huidige WUR). Hij woonde daar op kamers. Uiteindelijk ging hij Nederlands Taal-en Letterkunde studeren in Nijmegen en ging hij weer thuis wonen.

Hoe was je jeugd?
“Van jongs af aan voetbalde ik graag. Toen ik eindelijk oud genoeg was werd ik lid van voetbalclub SV Braakhuizen in Geldrop. In 1969 verhuisden we weer terug naar Uden en werd ik lid van UDI’19. Ik was heel sportief, behalve voetballen zat ik op judo, tennis en speelde ik basketbal bij Rush. Ik was in mijn jeugd altijd bezig met buitensporten, en ging vaak zwemmen met vrienden. Mijn vader en ik waren echte NAC supporters, al vanaf mijn 5e ging ik met hem naar het voetbalstadion van NAC.”

Wist je als kind al wat je graag wilde worden?
“Als kind wilde ik graag boer worden, mijn tweede keuze was jachtvlieger. Daarvoor ging ik naar de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Ik werd aangenomen maar afgekeurd als jachtvlieger. Mijn bovenbenen waren 2 cm te lang, dat was een probleem voor als ik ooit met de schietstoel het vliegtuig zou moeten verlaten, dat paste niet in de toen vliegende Starfighter. Mijn derde keuze was een medische opleiding als psychiater of patholoog-anatoom, ik werd twee keer uitgeloot.”

Heb je veel bijbaantjes gehad?
“Mijn eerste baantje was bij melkboer Piet Meeuwisse. In de middagpauze van de lagere school stapte ik bij hem op de wagen en bezochten we boerderijen waar nu het Udens College op Schepenhoek staat. Toen wilde ik ook boer worden. Op mijn 15e was ik bezorger van het Brabants Dagblad. Hierna werkte ik in de bediening bij de Horsthoeve tot 1982. Vanaf 1981 maakte ik voor de gemeente Uden de gemeente-informatiepagina voor het Udens Weekblad. Voor deze pagina interviewde ik bestuurders en ambtenaren en schreef ik over raads- en commissievergaderingen. Op maandagmorgen zat ik bij drukkerij De Winter en maakte daar de lay-out met de foto’s zodat het klaar was voor de drukker. Later was ik ook correspondent voor het Brabants Dagblad.”

Waar en wanneer heb je je vrouw Bonnie leren kennen?
“Het was 1975 toen ik na het voetballen op zaterdagmiddag met een vriend naar het hockeyveld ging. Daar kwam een meisje uit Veghel hockeyen en hij had een oogje op haar. Bonnie was een vriendin van haar en stond daar om haar aan te moedigen. Ik raakte met Bonnie aan de praat en zo is de verkering ontstaan. In 1981 zijn we in Veghel getrouwd en in Uden gaan wonen. We hebben een dochter, twee zonen en vijf kleinkinderen.”

Hoe zijn bij jullie de taken verdeeld?
“Bonnie heeft tot de geboorte van Maurits, ons tweede kind, gewerkt bij de Rabobank Veghel. Daarna hadden we een traditionele taakverdeling. Maar elke avond vertelde of las ik de kinderen een verhaal voor het slapen gaan. Ik ben een paar jaar trainer en coach bij het hockey van onze dochter geweest en met Bonnie ging ik naar de hockey- en voetbalwedstrijden van onze kinderen kijken. Tegenwoordig ga ik met mijn zoons op de wielrenfiets of golfen we.”

In 1982 werd je docent Nederlands.
“Ik heb mijn opleiding gehad op de Kruisheren, en bij mijn oud docent Nederlands Jan Muller, van wie ik de liefde voor literatuur heb overkreeg, ging ik stage lopen. Na een vervanging kreeg ik een vaste aanstelling. Van december 1982 tot oktober 1991 gaf ik les bij de Kruisheren. In 1984 heb ik daarnaast ook nog een jaar les gegeven op Gymnasium Bernrode. In deze periode was ik ook actief in allerlei besturen en verenigingen. Ik was voorzitter van Stichting De Schouw en voorzitter-oprichter en hoofdredacteur van Lokale Omroep Kersenland, secretaris bij zaalvoetbalvereniging Awabi, en ik schreef voor het Brabants Dagblad.”

Van 1991 tot 1998 was je wethouder van Uden, en daarna?
“Op het moment dat ik door Harrie v/d Elsen werd gevraagd om in de politiek te gaan, was ik nog geen lid van een politieke partij. Weloverwogen koos ik voor het CDA en ik kwam in 1989 op de kieslijst. In 1990 werd ik raadslid en in 1991 wethouder. In mijn portefeuille had ik onderwijs en ruimtelijke ordening en stond hierdoor aan de basis van de Samenwerkingsschool voor Voorgezet Onderwijs in Uden; zes scholen die onder één bestuur tot het Uden College werden gemaakt. Ik was 10 jaar voorzitter en vice voorzitter van de opeenvolgende besturen. Na 5 jaar directielid bij Beter Bed, met name verantwoordelijk voor Duitsland, werd ik in 2003 gedeputeerde ruimtelijke ontwikkeling in de provincie Noord-Brabant. In 2009 maakte ik de overstap naar het hoger onderwijs en was ik voorzitter van het College van Bestuur van Avans Hogeschool tot september 2021.”

En nu ben je burgemeester van Maashorst!
“Ik vond het heel leuk om op 1 januari 2022 waarnemend burgemeester te worden in mijn eigen gemeente waar ik ooit wethouder ben geweest, met het doel om in september te stoppen. Ik heb me toch kandidaat gesteld om burgemeester te worden omdat er twee grote uitdagingen liggen. Namelijk de evaluatie van de herindeling van de gemeente Maashorst en het neerzetten van een geoliede organisatie met een goede dienstverlening aan alle burgers. Dat duurt een paar jaar en dan bepaal ik of ik het stokje overdraag of de 6 jaar volmaak. Het contact met de burgers vind ik heel belangrijk omdat we ervoor moeten zorgen dat het één gemeente wordt. Daar kunnen het college en ik een verbindende rol in spelen. En we moeten het vertrouwen in de overheid terug zien te krijgen. En daarvoor is verbinding nodig. Een samenleving maak je samen.”

Mag je na je aantreden nog Kamerheer van de Koning blijven?
“Nee, politieke gezagdragers zoals ministers, parlementariërs, maar ook burgemeesters, wethouders en raadsleden kunnen niet tegelijk ook deel uit maken van de hofhouding van de Koning. Immers volgens de Grondwet artikel 41 richt de Koning zijn eigen Huis in. En je kunt niet van twee huizen tegelijk deel uit maken. Maar ik heb het 10 jaar gedaan. Eerst voor Koningin Beatrix en later voor Koning Willem-Alexander en het voelt als een voorrecht om dat te mogen doen.”

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant